Overgewicht op jonge leeftijd is een kwaal van deze
tijd. Dwingen, straffen of belonen werken vaak averechts. “Een geïntegreerde
aanpak met ouders in de hoofdrol is effectiever”, geeft dr. Edgar van
Mil aan. “Hen serieus betrekken, zonder wijzend vingertje, is echt van
groot belang.”
Juist in de eerste duizend dagen gebeurt
er van alles met de stofwisseling. Als een kind in de eerste weken na de
geboorte snel in gewicht toeneemt, is dat volgens Van Mil een teken om het
extra goed in de gaten te houden. “Dit betekent dat de JGZ-wereld de
risicofactoren goed in beeld moet hebben”, vertelt Edgar
van Mil, werkzaam in het Jeroen
Bosch Ziekenhuis. “Van belang voor consultatiebureauartsen en verpleegkundigen
is dat het gewicht van de moeder voor de zwangerschap al een grote rol speelt.
Hetzelfde geldt voor gewichtstoename tijdens de zwangerschap, anders dan door
de groei van de baby mag worden verwacht. Diabetes vergroot eveneens de kans op
een hoger gewicht, zelfs al bij de geboorte. Ook prematuur geboren kinderen
hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van obesitas.”
Eerder
en beter informeren
Van
Mil geeft aan dat het ontwikkelen van overgewicht vaak een multifactorieel
geheel is. “Daarom is juist in die vroege periode goede informatievoorziening
aan de aanstaande ouders van groot belang. Hetzelfde geldt voor een goede
begeleiding in de eerste levensjaren. Belangrijk aandachtspunt is dat ouders
dat zelf beseffen. Hang dus niet vast aan het idee dat jij weet wat het beste
is. Ouders ervaren al snel dat het consultatiebureau zich overal mee bemoeit,
waardoor ze het gevoel kunnen krijgen het helemaal niet goed te doen. Daarom
moet je ouders veel eerder en beter informeren over de risico’s. Zij moeten
consultatiebureaus zien als plekken waar nuttige informatie te halen is en niet
als een controlerende partij omdat zij het niet goed doen.”
Coaching
Sowieso
vindt Van Mil dat ouderbegeleiding in dit verband veel meer aandacht verdient.
“Vraag bijvoorbeeld aan de ouders wat hun ideeën zijn om het probleem aan te
pakken. Plus wat voor informatie en hulp zij daarbij nodig hebben. Probeer ze
zo te coachen dat ze die informatie zelf omzetten naar een aanpak die bij hen
past. Dan wordt hun intrinsieke motivatie sterker. We staan immers met z’n
allen aan dezelfde kant, we willen gezonde, gelukkige kinderen. Daarin spelen
ouders de grootste rol en het is aan ons professionals om hen te helpen die rol
goed op te pakken. Probeer daarbij vooral op kindniveau, dus zoals de
ouder met het kind omgaat, in te steken.”
Oh
jee, weer een advies
Tijdens
het Congres ‘Eetproblemen bij jonge kinderen’ op 7 juni verzorgt Van Mil een
workshop. “Ik zal eerst uitleggen hoe je op methodische wijze de coachende
rol op je kunt nemen. Daarbij gaat het om drie elementen. Voorop staat
ouders competenter te maken door hen meer kennis te geven en goed te
begeleiden. Volgende stap is hen helpen een netwerk op te zetten zodat ze zich
gesterkt voelen door de mensen in hun directe omgeving. Tot slot is
autonomiebevordering van belang. Daardoor durven ze meer de regie te pakken en
vraaggestuurd met ons om te gaan. Dat laatste is heel belangrijk, dat voorkomt
dat ze denken ‘oh jee, weer een advies’. Waar het om gaat, is het stimuleren
van zelfmanagement op basis van kennis.”